
Vier weken in Zweden: over winterkamperen in de zomer
Het is koud. Niet een beetje koud, maar ijskoud. Echt letterlijk, want volgens mijn app is de gevoelstemperatuur min twee graden. Daar lig je dan in je drieseizoenentent in de Zweedse fjälls in hartje zomer, met je veels te dunne slaapzak en een batterij van je iPhone die door de kou ontzettend snel leegloopt. Terwijl ik een zoveelste appje krijg vanuit Nederland over een aanstaande hittegolf denk ik bij mezelf ‘zit toch niet zo ontzettend te zeiken’, waarna ik me snel realiseer dat ik zelf de zeikerd ben.
Deze week even geen verslag van wat ik zoal heb gedaan, maar een blog met overpeinzingen en ontdekkingen die ik de afgelopen week deed in Zweden. En realisaties. Vooral die ja. Wie mij inmiddels wat langer volgt weet dat ik authenticiteit hoog in het vaandel heb staan. Bij deze een eerlijk verhaal over hoge toppen en diepe dalen. Over afzien, slapeloze nachten en jezelf soms niet al te serieus nemen. Enjoy!
Hoge toppen, diepe dalen
Van tevoren wist ik dat er een aantal uitdagingen op mijn pad gingen komen deze reis. Niet zozeer fysiek, dan wel mentaal. Het ervoor kiezen om opnieuw nomadisch te gaan leven (voor dit moment) was een beslissing die min of meer voor mij genomen werd, door een samenloop van omstandigheden. Wat mij tijdens mijn vorige nomadische periode (vijf jaar geleden) het zwaarste viel, was het niet hebben van een ’thuis.’ Een thuis is voor mij een plek die van mij is, waar ik altijd zonder voorwaarden welkom ben en waar ik volledig mezelf en alleen kan zijn. Begrijp me niet verkeerd, ik was altijd van harte welkom bij de familie en vrienden waar ik af en toe logeerde, maar het was geen ’thuis.’
Al van begins af aan wist ik dat ik het hebben van een thuis zou gaan missen. “Je maar je kunt toch onderweg een eigen thuis creeëren?” is een veelgestelde en legitieme vraag. Toch kan ik inmiddels antwoorden dat dit niet zo is. Want al blijf ik soms langer op één plek, hang ik er foto’s van ’thuis’ op, zet ik er wat van mijn eigen spulletjes neer, ik weet dat ik er ook weer wegga dus het voelt voor mij niet als een ’thuis.’
Ik ben inmiddels bijna zes weken onderweg en vier weken in Zweden. Dit is normaal gesproken de tijd waarin ik weer aan de weg naar huis begin om een paar dagen later thuis te komen. Maar ohnee, ik heb geen thuis meer, schiet er dan door me heen. En dan kan het zomaar gebeuren dat ik even moet huilen.
Mensen die ik hierover spreek willen dit ‘probleem’ graag voor me oplossen door oplossingen aan te dragen. Of me te vertellen dat het wel goed komt. Maar weet je, dat hoeft helemaal niet. Want ik heb geaccepteerd dat het missen van een thuis er voor mij bij hoort als ik nomadisch leef. Ik zeg ook heel bewust: voor mij. Ik weet namelijk dat er veel nomaden zijn die dit gevoel niet hebben. Ik heb het wel en kies ervoor het te accepteren. En ook dat het niet opgelost hoeft te worden. Want het gevoel mag er zijn, ook al is het soms even niet fijn.
Bovendien was het nomadische leven deze keer een bewuste keuze. Ik had natuurlijk ook in een rijtjeshuis ergens in Arnhem kunnen gaan zitten deze zomer en om me net als half Nederland te beklagen over de hitte. Maar nee, ik klaag liever over de kou, waarin ik terecht ben gekomen.
In de Helagsbergen
Ik lig dus in een tent. Mijn thuis van de komende zes maanden. Het trekkerstentje dat ik speciaal voor Te Araroa heb gekocht. Ik ben bij Helags, een berg waar ik vorig jaar van hoorde en wist dat ik hem dit jaar wilde gaan zien en beter nog: beklimmen. De hele week voorafgaand aan deze trektocht gaf de weerapp aan dat het op zaterdag de mooiste dag zou worden. En dus besloot ik op vrijdag de tocht te beginnen, om op zaterdag een toppoging te kunnen doen.
De wandeltocht naar Helags was prachtig met de nodige klimmen en rivierdoorsteekjes. De Helagsglaciaren, de zuidelijkste gletsjer van Zweden, ligt bijna continue in mijn blikveld. De laatste tien minuten op de trail regent het. Forse, koude druppels. Ik trek snel mijn regenjas aan en de regenhoes over mijn backpack, die overigens veel te zwaar beladen is, maar dat terzijde. Tijd om mijn regenbroek te zoeken heb ik niet en het boeit ook niet want mijn Fjällräven legging is toch al doorweekt.
Eenmaal bij het bergstation is de regen over gegaan in een lichte drup. Zal ik wachten tot het droog wordt of nu al een plekje voor mijn tent gaan zoeken? Ik besluit tot het laatste en al snel vind ik een plekje tussen twee heuveltjes, perfect voor mijn tent. Had ik al gezegd dat het een nieuwe tent is? Pas één keer heb ik hem opgezet, maar ik weet vast nog wel hoe het moet. Dacht ik. Terwijl er steeds zwaardere druppels naar beneden komen en de drup weer in regen over gaat, sta ik aan te klooien met de tent. Ik weet even niet meer hoe het precies zat en voor ik het weet, is alles nat.
Moeder natuur gunt me maar liefst vijf minuten droogte. Vijf minuten waarin ik snel mijn meegesleepte Helinox campingstoeltje neerzet en een rendierworst naar binnen prop. Een foto maak voor ’thuis’ en weer naar binnen vlucht vanwege de volgende regenbui. De rest van de avond kom ik de tent niet meer uit want het regent pijpenstelen.
Horrornacht op de fjäll
Die nacht verloopt als een soort van horrornacht op de fjäll. De wind schuurt langs mijn tent en de regen klettert neer op het doek. Ik slaap nauwelijks en omdat het ook nog eens niet donker wordt, ben ik alle gevoel van tijd kwijt. De volgende ochtend regent het nog steeds. Ik besluit naar het fjällstation te rennen dat op ongeveer 500 meter van mijn tent vandaan ligt. Nat kom ik er aan, maar ik kan er droog zitten. Ik bestel een fika en lees een boek. Ondertussen merk ik dat ik wat nerveus ben. Ik ben in alle haast mijn lenzen vergeten in te doen en bovendien veel te gehaast vertrokken. Wat als een van de haringen losschiet en de regen mijn tent in druppelt? Wat als de tent het niet houdt en alles weggevaagd wordt? Ik ren, door de stromende regen, terug naar mijn tent. Lenzen in, alles verankeren met stenen. En weer terug naar het fjällstation voor nog meer koffie.
Uiteindelijk besluit ik definitief naar de tent terug te gaan. Ik wil niet zo iemand zijn die de hele middag op een koffie en stuk cake in een hut blijft hangen omdat ze niet tegen de regen kan. Dus nestel ik me opnieuw in mijn tent. Lees een boek, draai op mijn ene zij, dan weer op mijn andere zij. Snuit m’n neus, ga plassen, kruip mijn tent weer in en besluit dat eten maken geen optie is. De wind is nog harder en intenser dan gisteren en het doek wappert zich een ongeluk. Ik lig naar het plafond te staren en kan niet slapen. Bovendien is het koud. Mijn winterslaapzak heb ik uiteraard niet meegenomen. De koukleum in mij heeft het zwaar. Maar wacht even, ik heb hier natuurlijk wel zelf voor gekozen. Want naar de Zweedse bergen gaan betekent ook, zelfs hartje zomer, dat je kutweer kunt hebben. Ik tref het zeker deze dag. Van een toppoging is geen sprake, veels te gevaarlijk aldus de man achter de receptie van het fjällhotel.
Je hebt altijd een keuze
Opnieuw volgt een rusteloze nacht. Uiteindelijk lukt het me, mede met dank aan oordoppen en een slaapmasker én de hood van mijn slaapzak om in een soort van halfslaap te vallen. Om 07.30 schrik ik wakker en hoor ik getik op mijn tent. Het regent nog steeds. Of toch niet? Ik rits de vestibule open en staar naar de berg. Nog steeds in de wolken. Ik besluit me nog een keer om te draaien, maar na inmiddels bijna 40 uur op de ijskoude grond gelegen te hebben, vindt mijn lijf dat niet zo leuk meer. In mijn hoofd weeg ik de verschillende opties af. Het zijn er drie:
– Tent inpakken en teruglopen naar de auto
– Een toppoging doen en dan de tent inpakken en teruglopen naar de auto
– Een toppoging doen en nog een nacht blijven
Een wijze les van Tim Voors
Toen ik auteur en thru-hiker Tim Voors vorig jaar sprak voor NieuwZeelandInfo over zijn hike op Te Araroa, gaf hij mij een zeer waardevol advies over die trail. In Te Araroa zitten namelijk heel veel asfalt secties en veel hikers blijven steeds maar malen over of ze die wel of niet gaan lopen. Maar blijven malen betekent geen keuze maken en dus tijd én energie verspillen. De keuze is voor mij dan ook snel gemaakt. Ik moet morgen (maandag) weer aan het werk zijn en ik vind een halve toppoging geen echte poging. De top zit nog steeds in de wolken en de kans dat het snel opentrekt lijkt zeer klein. Spullen inpakken dus maar.
Op de weg terug naar de auto merk ik toch een bepaalde treurigheid op bij mezelf. Was ik zo’n watje? Of was het gewoon écht slecht weer? Had ik niet toch moeten blijven? Waarom ben ik hier ook alweer? Om te hiken? Of toch om te werken? Waarom ben ik überhaupt in Zweden? Vind ik het nog wel leuk? Waarom ga ik niet naar huis?
Het is zo’n moment waarop je gedachten compleet met je aan de haal gaan en je alle controle kwijt lijkt te zijn. Ik kijk nog één keer achterom en ja hoor, de Helagsfjället is volledig uit de wolken. Ik pak mijn telefoon om een laatste foto te maken en zie een melding op mijn scherm van mijn cyclus app: “let op, de trol die PMS heet is onderweg. Laat je er niet door van de wijs brengen.” Ik schiet in de lach en realiseer dat ik mezelf op dit moment dus niet al te serieus moet nemen. De Helagsfjället was deze keer niet voor mij bestemd. Volgend jaar waag ik gewoon opnieuw een poging!
En dan nog dit…
Door deze reis opener te zijn over mijn gevoelens en het ook gewoon te zeggen als het even niet leuk is, krijg ik veel support van de lieve mensen -op afstand- om mij heen. Vroeger vond ik dat onzin, tegenwoordig zo ontzettend waardevol. Zo belde ik onlangs met een goede vriendin van me die momenteel in Costa Rica is met haar gezin (wow, de technologie van tegenwoordig!) en bel ik regelmatig met andere vriendinnen en familieleden. Dat hoeft niet altijd lang te duren, soms maar een kwartiertje, maar het af en toe horen van een bekende stem doet wonderen.
Ook zijn er talloze lieve voiceberichten van mijn oud-collega’s van Gold Works, die mijn ‘reis’ als ondernemer de afgelopen anderhalf jaar gevolgd hebben en me nu ineens horen op de radio (om zo eens wat te noemen). En comments van volgers die ik niet persoonlijk ken, maar me wel een hart onder de riem steken via Instagram op het moment dat ik het even niet leuk vind. Want de leuke dingen delen zijn we echt heel goed in, maar over de leuke momenten praten we meestal niet. Ik ook niet altijd, maar soms ook even wel. Vandaar dat ik deze week dit verhaal deelde. Om ook even te laten weten dat het okee is om het niet altijd naar je zin te hebben. En dat zelfs ik, hoe gaaf ik mijn leven ook vind, het niet altijd evenveel naar haar zin heeft in Zweden.
Tot volgende week!


2 Comments
Randy Theunissen
Wat een mooie vlog! Ik kan me goed voorstellen hoe het voelt; de keuzes die je maakt, maar ook de momenten waarop je overdenkt of het inderdaad wel zo’n verstandige keuzes waren, omdat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. Zeker als je net verlangt naar die maneschijn. Elke keuze heeft consequenties, maar de meeste mensen kiezen liever voor (schijn)zekerheid.
Dat heb ik ook jarenlang gedaan. Vast contract, prachtig werk dat mijn passie was geworden, maar vanwege een narcistische en psychopatische baas werd ik steeds ongelukkiger. Zo’n vast contract zegt tegenwoordig helemaal niks meer. En dat ik er 20 jaar werkte, merkte ik niet aan de ‘waardering’. Sterker, na mijn burnout en een ernstig arbeidsongeval (dat de doofpot in is gegaan), volgde demotie.
Achteraf gezien, na het tot op zekere hoogte wegebben van rancune, was het niet ‘in goed overleg’ weggaan (in de officiële documenten staat er geen ‘niet’) zonder ook maar 1 Euro smartengeld of transitievergoeding toch de enige optie om me tot andere inzichten te brengen. Want tijdens de opzegtermijn kon ik zogezegd op kosten van de baas de singlereis naar Thailand maken. En die heeft me zoveel nieuwe inzichten opgeleverd; me geleerd dat ik liever voor mezelf mag zijn, maar ook mijn kwetsbaarheden mag laten zien. Ik noem het ook nog steeds geen vakantie, maar een reis. Zowel fysiek als mentaal. En ik heb gelijkgestemde mensen ontmoet. Mensen die ‘gelukkig zijn’ niet uitsluitend associëren met ‘carrière’ en ‘goed salaris’.
Geniet vooral van je nomadenbestaan en bedenk op mindere momenten dat mensen vroeger veel minder keuzes hadden 😉
anto
Dankjewel voor je reactie. Klopt helemaal, ik ben blij en dankbaar voor alles wat ik mag meemaken. En uiteindelijk is alles maar relatief natuurlijk 😉