Noorderlicht: “it’s something unpredictable but in the end it’s right”
It’s something unpredicatable, but in the end it’s right. I hope you’ve had the time of your life.
Met letterlijk deze muziek (en dus een Engelse titel voor een blog dit keer) loop ik de berg af, nadat ik mijn meest magische nachten ooit heb meegemaakt. Zoals jullie al hebben gezien aan de foto hierboven, heb ik iets heel bijzonders meegemaakt. Het duurde even voordat de woorden kwamen, maar bij deze vertel ik jullie er met liefde over. In de hoop dat, voor degene die dit wenst, het jullie in de toekomst ook gegund is!
Table of Contents | Inhoudsopgave
Nooit zal gaan zien
“Ik heb me erbij neergelegd dat ik het Noorderlicht waarschijnlijk gewoon nooit zal gaan zien” … dat waren de precieze woorden die ik uitsprak toen ik vriendin Sandra van de luchthaven van Kiruna ophaalde om aan onze roadtrip naar de Noordkaap te beginnen. Ik had alweer een aantal min of meer slapeloze nachten achter de rug, wachtend tot het Noorderlicht zou verschijnen, maar niet zichtbaar omdat het te bewolkt was, terwijl er in mijn app stond “als het nu onbewolkt is er 100% kans dat je het Noorderlicht ziet.”
Het is niet dat ik het in het verleden niet had geprobeerd. Sterker nog, ik was drie keer in de winter op IJsland, twee keer in Fins-Lapland, twee keer in de winter in Zweden, een keer in de winter in Alaska en ik was een keer in het najaar in de Yukon. De enige keer dat er een soort van Noorderlicht was, was tijdens een netwerkborrel in een hotel in Reykjavík, waarbij een collega van Icelandair tegen me zei “kijk daar is het Noorderlicht”. As je met toen had gezegd dat het veroorzaakt werd door een straatlantaarn die even verderop stond, had ik je ook geloofd. Kortom, ik ging er niet niet meer vanuit dat ik ooit in mijn leven het Noorderlicht boven me aan de hemel zou zien dansen.
Autopech!
Ik geloof er echter wél er in dat dingen lopen zoals ze moeten lopen en ondanks dat het wellicht niet altijd is zoals je gepland had, is er voor elke gebeurtenis in je leven een reden. Nadat ik Sandra had afgezet op het vliegveld van Tromsø in Noorwegen, moest ik een besluit maken. Door naar de Lofoten of terug naar Zweden. Terwijl ik richt het eiland Sommarøy was gereden en hier een dip in de arctische oceaan nam, had ik nog steeds geen idee. Ik vertrouwde erop dat het antwoord me vanzelf ingegeven zou worden. Dat gebeurde uiteraard, met een extra duwtje in de rug van het universum.
Terwijl ik op een rots zat te genieten van mijn hike en het uitzicht op Sommarøy, besloot ik terug te gaan naar Zweden. Het weer op de Lofoten zou niet echt denderend worden en Noorwegen met slecht weer is gewoon niet zo leuk, weet ik uit ervaring van een paar jaar geleden, toen ik drie dagen in de stromende regen op Senja zat. Terwijl het regende en de zon tegelijkertijd scheen, verscheen er ook een regenboog aan de hemel. Toen wist ik het: ik ga terug naar Zweden!
En dus parkeerde ik de auto, Rudolph, op een mooi plekje aan het water voor de nacht. Omdat ik, nadat ik hem had neergezet, een nog net iets mooier plekje zag, wilde ik hem verplaatsen. Maar hij startte niet. Okee, geen paniek. Dit probleem had zich eerder voorgedaan toen ik op weg was van Oostenrijk naar Rostock, maar na drie keer proberen lukte het destijds alsnog. Contactsleutel terugdraaien, diep in en uitademen en opnieuw proberen. Kak. Weer niks.
Nogmaals proberen. Niks. Nouja, je snapt hem. Hij wilde niet starten. Ik belde even naar ‘huis’ en liet me adviseren de motor te laten afkoelen en het over een uur nogmaals te proberen. Ik ben maar gaan eten en probeerde het een uur later opnieuw. Weer niks. Twijfel. De ANWB bellen (die niet echt wat kunnen doen want compleet aan het einde van de weg in de middle of nowhere) of gaan slapen en hopen dat ie het morgenochtend wel zou doen. Ik besloot tot het laatste.
Terug naar Kiruna
Ik heb eigenlijk een bijzonder goede nacht gehad, zonder stress. De volgende ochtend heb ik het, met slechts een licht verhoogde hartslag, opnieuw geprobeerd en ja hoor, de auto startte. Dus hupsakee, weg daar! Eerst ben ik naar Tromsø gereden om te tanken en daarna naar door Kiruna, de eerste stad in Zweden. Daar laten repareren zou niet alleen eenvoudiger (want: Volvo land) zijn, maar ook een stuk voordeliger. Weg uit Noorwegen werd mijn missie voor die dag. Gelukkig startte Rudolph na de tankbeurt zonder probleem en zonder stoppen was ik zes uur later in Kiruna. Kun je nagaan hoe snel ik de eerste toilet binnenrende die ik tegenkwam nadat ik was ingecheckt in mijn huisje.
Aangezien op zondag de garages gesloten zijn, ben ik een mooie wandeling over de Mitnattssolstigen gaan maken. En de volgende ochtend dus naar de garage gegaan. En nog een. En nog een. Helaas had niemand plek om me te helpen want druk en jachtseizoen en weet ik veel wat. Uiteindelijk heb ik de ANWB gebeld die een garage voor me vonden in Gällivare (anderhalf uur zuidwaarts) die wel plek én tijd voor me had. Als ik zou zorgen dat ik er voor 15.00u kon zijn, konden ze eventueel het onderdeel nog bestellen diezelfde dag. Heel lang verhaal kort: de auto deed het bij controle in de garage prima, maar op de gok werd het onderdeel besteld. Ik wilde het niet riskeren dat ik nog eens ergens in nowhere zou staan met hetzelfde probleem of erger nog: op de boot en dan niet weg kunnen.
Wachten …
Ondertussen zat ik dus vier dagen op een camping in Gällivare, waar ik elke dag in de bieb ging werken en een beetje door het weinig inspirerende stadje dwaalde. Ik kon woensdag bellen of het onderdeel binnen was. Nee, helaas niet, misschien morgen! Donderdag dan? Ja gelukkig wel. Inmiddels zat ik al bijna een week te met panne en was ik heel erg eager om door te gaan dus ik was dan ook ontzettend blij dat Rudolph op donderdagmidddag voorzien werd van een nieuwe startmotor. Een plan had ik overigens niet, zoals ik deze hele reis steeds al mijn ‘plannen’ heb omgegooid om gewoon te doen wat mijn hart me ingeeft.
Na een stressvolle week was mijn enige verlangen: de bergen in met mijn rugzak. Gewoon even he-le-maal niks. Ik keek op de kaart. Overwoog Pieljekaise Nationaal Park, maar besloot uiteindelijk voor Hemavan te gaan, het zuidelijke einde van de Kungsleden en de plek waar ik vijf jaar geleden voor het eerst kennis maakte met de échte Zweedse bergen.
Die middag reed ik zuidwaarts. Ik maakte nog even een stop bij het blauwste meertje van Zweden, waardoor ik uiteindelijk niet meer voor het donker aan kwam op mijn bestemming. Omdat ik niet in het donker wil rijden vanwege de elanden enzo, besloot ik mijn auto zo’n anderhalf uur rijden voor Hemavan op een parkeerplaats neer te zetten. Ik had nog even een hotdog gehaald bij de pomp en het meisje achter de balie verteld wat mijn plannen waren. “Be careful in the dark” riep ze nog terwijl ik in de schemer naar buiten stapte om een slaapplek te gaan zoeken.
Iets met KP en voorspellingen
Inmiddels had ik op mijn aurora apps gezien dat de KP index voor dat weekend hoog zou zijn. Dat betekent (als ik me niet vergis, want ik ben allesbehalve een expert op dat gebied) dat er grote kans is op Noorderlicht. Maar ja, ik had inmiddels al wel begrepen dat er ook nog zoiets als een onbewolkte lucht moet zijn om er iets van te kunnen zien. Ik pakte mijn backpack in en griste op het laatste moment mijn hoofdlampje nog mee. Inmiddels was ik alweer enkele honderden kilometers zuidelijker en werd het ‘gewoon’ weer donker ‘s nachts.
Gaan zonder plan
Ik had geen plan. Mijn enige plan was dat ik misschien een berg wilde beklimmen en misschien gewoon wel niks wilde doen, behalve voor mijn tent liggen. Buiten zijn, boekje lezen, in de zon zitten en gewoon even zijn. Geen stress om een auto, geen mobiel bereik en al helemaal geen zorgen over werk. Ik stapte de trail op en liep zo’n 15 kilometer. Ongeveer een kilometer voorbij de eerste hut op Kungsleden, vond ik een plekje op de berg om mijn tent neer te zetten. Ik was er tegen het begin van de avond en ik had die middag al intens genoten van de eerste tekenen van de herfst en de zon op mijn gezicht. En wat een vrijheid, niet een trail lopen (wel het Kungsleden pad volgen) maar gewoon maar zien waar je eindigt zonder dat je wanneer dan ook ergens hoef te zijn.
Slapen onder de sterren en een laagje ijs
Het was een onrustige eerste nacht. Koud, ongemakkelijk, beetje pijnlijk op de harde grond. De volgende dag wilde ik de berg op, maar halverwege de klim wilden mijn benen niet meer. Ik stond letterlijk naar adem te happen op een richel en terwijl de helikopter in het dal beneden me voorbij vloog, besloot ik lekker op een rots te gaan zitten en niks te doen en gewoon wat voor me uit te gaan staren.
Twee uur later was ik terug bij m’n tentje. Ik had ergens een streepje mobiel bereik dus checkte nogmaals de noorderlicht voorspellingen en hmmm … het zag er nog steeds goed uit. Ik besloot voor die nacht mijn wekker te zetten. Al zo vaak eerder gedaan en zo vaak weggedrukt, omdat ik toch vaak dacht ‘het is vast bewolkt’ … wat het dan ook was.
Omdat de zon om 18.30 al achter de berg verdween, was het op z’n zachtst gezegd al vroeg op de avond heel erg koud. De nacht ervoor had het gevroren, dus ik besloot deze nacht mijn kruik te gebruiken, de enige luxe die ik mezelf had toegestaan mee te nemen in mijn rugzak. En terwijl het langzaam maar zeker donker werd, had ik het heerlijk warm in mijn slaapzak.
Noorderlicht!
Rond 22.00u schrok ik wakker. Ik ritste, met weinig energie en een flinke dosis weerstand, mijn tent open om naar buiten te kijken. De hemel was nog lang niet helemaal donker en achter de berg hing een avondgloed. Ik dacht “zou dat het dan misschien zijn” en richtte de camera van mijn telefoon erop. Op mijn scherm kleurde de avondgloed lichtgroen en ik wist het: DIT IS HET!” Ik appte mijn broertje en zusje (die weten hoe ontzettend graag ik dit wilde ervaren) “het gaat beginnen!” en ging voor mijn tent zitten.
Het werd langzaam maar zeker donkerder en steeds verschenen er boven me nieuwe lichtkronkels, dan weer voor, dan weer achter mijn tent. Ik wist van gekheid niet waar ik moest kijken. Ik kon alleen maar denken “wow, dit is het!” en “hmm het is niet zo groen als op de foto” (eerlijk is eerlijk).
Na een uurtje kon ik mijn geluk niet op toen er ineens een enorme explosie boven me leek te ontstaan. Groen, paars, roze … en het enige dat ik kon doen was er naar kijken terwijl de tranen over mijn wangen liep. Ik werd overmand door het ultieme gevoel van vrijheid en dankbaarheid. Dat ik dit zo, ver weg van de bewoonde wereld en andere mensen, mee mocht maken en ervaren.
Bang of eenzaam was ik niet, het was goed zo. Alleen ik en de kracht van moeder natuur. Zwaar geëmotioneerd en onder de indruk besluit ik mijn tentje te verlichten met het hoofdlampje dat ik dus op het laatste moment nog mijn tas in heb gepropt. Ik loop door het pikkedonker een stukje weg van mijn tent (en stap nog bijna een ijskoude stroom in) en zie ineens de hele hemel achter mijn tent oplichten. Ik kan niks anders doen dan een foto maken en vervolgens mijn camera wegstoppen, om vervolgens gewoon opnieuw te mogen huilen van dankbaarheid.
The morning after
Na een drie uur buiten te zijn geweest en dus ook volledig afgekoeld te zijn, ben ik uitgeput en kruip ik terug mijn tent in. Eerst nog even opnieuw water koken voor mijn inmiddels afgekoelde kruik, en daarna bibberen net zo lang tot ik weer opwarm.
De volgende ochtend word ik wakker en vraag ik me af of het echt gebeurd is. Ik scroll door mijn foto’s en ja, het was echt. Die middag maak ik een wandeling naar het einde van de vallei, waar ik neerplof op de grond en urenlang het eindeloos ogende landschap van de Zweedse fjälls in staar.
Ik heb hier goed bereik en stuur mijn foto naar wat mensen in Nederland, maar deel het niet op social media. Ik hou dit moment nog even voor mezelf en mijn inner circle. Die avond is het weer raak, zo rond 22.00u begint het weer. Ik zit opnieuw twee uur lang voor mijn tent, tot het zo donker is, dat er geen paarse gloed meer is. Het liefst wil ik de hele nacht opblijven, maar dat lukt me niet. Ik ben moe maar tevreden. En denk letterlijk “als ik hier vannacht doodvries, sterf ik als een gelukkig mens.”
Dat gebeurde gelukkig niet en de volgende ochtend moet ik op tijd op want die middag weer aan het werk. De laatste avond was al een bonusnacht, want eigenlijk wilde ik maar twee nachten wegblijven. Ik ren min of meer naar beneden en check in bij een hostel in het dorp. Nadat ik mijn was heb gedaan en gedoucht heb, wil ik achter de laptop kruipen om te beschrijven wat ik heb meegemaakt, maar de woorden komen niet.
Twee weken later
Twee weken later komen de woorden wel. Mijn hoofd heeft eerst even moeten verwerken wat er gebeurde. Hoe alles zo liep dat ik daar op dat moment was, waar het Noorderlicht twee nachten lang boven mijn tentje danste en mij liet zien hoe krachtig de natuur is, ook al denken we soms dat wij als mensen de macht wel kunnen overnemen. Ik ben nog steeds ontzettend dankbaar dat ik dit mocht meemaken en dat me dit gegund was. Ik moest er even op wachten, maar wachten loont en zoals er al zo vaak wordt gezegd: “geduld is een schone zaak.”