
Nieuw-Zeeland 2019 week 3: the Heaphy Track
Ik loop een beetje achter met de weekverslagen maar bij deze het verslag van week 3 in Nieuw-Zeeland. In deze week was ik nog steeds in Nelson en liep ik The Heaphy Track, één van de Great Walks of New Zealand. In Nieuw-Zeeland zijn inmiddels tien zogenaamde Great Walks, de meest bijzondere trektochten van het land. Of althans, zo wordt het omschreven. Kenmerkend voor de Great Walks is dat ze relatief goed te doen zijn, je overal kunt overnachten in hutten, je ze vooraf dient te boeken en dat de paden goed onderhouden worden. Met de Heaphy Track erbij heb ik er inmiddels zes gedaan, of eigenlijk zeven want in 2020 komt er een nieuwe trek bij die ik in 2018 liep: de Hump Ridge Track. Omdat de Heaphy Track vijf dagen duurt, staat dit hele artikel in het teken van deze track. Veel leesplezier!
Naar het begin van de Heaphy Track
De Heaphy Track is één van de minst belopen Great Walks of New Zealand. Omdat het begin- en eindpunt meer dan 400 kilometer van elkaar verwijderd liggen, is het voor veel mensen te omslachtig om te doen. Daarnaast liggen zowel het begin als het eindpunt nogal een eindje van de bewoonde wereld en tref je er daardoor weinig dagjesmensen aan. Oftewel: de perfecte omstandigheden voor deze trail dus. Ik begin mijn reis wederom in Nelson, waar ik op de Heaphy Bus naar Brown Hut stap, het begin van de track. Na een paar uur hobbelen word ik letterlijk in de middle of nowhere gedropt. Met mij nog twee Amerikaanse dames en een groepje Nieuw-Zeelandse vrienden, die er al meteen bij aankomst vandoor gaan en ik dus niet meer zie.
The only way is up!
Op de eerste dag moet ik vooral heel veel klimmen, van 140 meter naar ruim 900 meter om precies te zijn. Omdat deze track ook geschikt is om te mountainbiken, is het pad nergens echt steil en loopt het vrij geleidelijk omhoog. Ik loop veelal door het bos en na een goede zes uur klimmen kom ik bij de eerste hut aan. Alhoewel het betrekkelijk rustig was op de track, blijk ik één van de laatsten te zijn en zoek ik snel een bunk op. (Een bunk is een bed in een slaapzaal.)
De eerste dag moest ik vooral veel door het bos lopen wat niet super interessant was. Af en toe was er een doorkijkje, maar het landschap werd pas echt mooi vanaf dag twee, zo boven de boomgrens. Op dag 2 en 3 loop ik elke dag slechts 3.5 uur, omdat ik anders een dag te vroeg bij het eindpunt ben. De bus gaat namelijk maar 1 x per week terug naar Nelson en ik heb geen zin om een dag te moeten wachten aan het einde. Op zich bevallen die korte dagen prima. Het is mooi weer en ik breng mijn middagen dus door met rondhangen op de veranda, lezen en genieten van de zon die meestal schijnt.
De takahe
Ook ontmoet ik twee takahe, met uitsterven bedreigde vogels die hier in de buurt zijn uitgezet. De huttenwacht van Saxon Hut vertelt dat alle takahe een antenne hebben zodat ze gemonitord kunnen worden vanuit het centrum in Te Anau, dat probeert de takahe weer opnieuw te laten leven in de Nieuw-Zeelandse natuur. De vogels hangen de hele middag om de hut en dat blijkt bijzonder, later hoor ik van anderen ze ze niet gezien hebben en dat we (= ik en de Amerikaanse dames met wie ik de hut die nacht deel) enorm veel geluk hebben ze gezien te hebben …
Nog hoger!
De James Mackay Hut is verreweg een van de mooist gelegen hutten waar ik ooit overnacht heb in Nieuw-Zeeland. Hij ligt net bij de boomgrens en biedt bij goed weer prachtige vergezichten over de omringende bergen en in de verte de Tasmanzee en de monding van de Heaphy River, waar ik later deze tocht nog naartoe ga.
Vanuit de hut maak ik de beklimming naar Mount Otepo, een steile en glibberige onderneming van een half uurtje. Eenmaal boven blijkt de inspanning de moeite meer dan waard en heb ik een prachtig 360 graden panorama.
Naar de zee
Vanaf hier daal ik in een uur of zes weer af naar zeeniveau, naar de Heaphy Hut. Een prachtige hut maar wel omringd door sandflies. Alhoewel het uitzicht er werkelijk prachtig is, is buiten zitten nagenoeg onmogelijk zonder lekgeprikt te worden. Ondanks mijn pogingen me goed in te spuiten met anti-middel vinden de sandflies toch steeds een plekje om me te pakken te nemen, bijvoorbeeld op mijn handpalm en net onder het bandje van m’n horloge. Omdat ik al een aantal nachten slecht heb geslapen, probeer ik die middag dus maar wat bij te slapen terwijl m’n bunkroom nog leeg is.
Vandaag wandel ik ook over de langste hangbrug van Nieuw-Zeeland die door Department of Conservation is gemaakt, ruim 146 meter lang is ie. Echt heel bijzonder!
Terug naar Nelson
Op de laatste dag staat er een wandeling langs de kust op het programma. En zoals het betaamt is het grotendeels bewolkt en beuken de golven op de kust. Later blijkt dat een heel van de ‘bewolking’ te maken heeft met de bosbranden in Australië waarvan de rook richting Nieuw-Zeeland is geblazen. Een uurtje voordat de bus in Kohahai is ben ik bij het ophaalpunt, een bijzondere ervaring rijker. De Heaphy Trek heeft me aangenaam verrast, vooral vanwege de rust op het pad en de enorme variatie in het landschap. Mocht je ooit een Great Walk willen doen, dan kan ik je deze van harte aanbevelen!
Tot volgende week!

