italië,  we12climb

Must do: klettersteigen in de Dolomieten

Onlangs mocht ik (Anto) op reis naar Zuid-Tirol, gelegen in het uiterste noorden van Italië. Hier maakte ik kennis met een unieke combinatie van overweldigende natuur en een voortreffelijke cuisine. Ik beleefde diverse actieve avonturen, waarvan ik de eerste vandaag met jullie zal delen. Oftewel: Anto ging klettersteigen in de Dolomieten!

Wat is een klettersteig eigenlijk precies? De originele naam van klettersteig luidt Via Ferrata, dit bekent letterlijk “de ijzeren weg”. Het is een uitgezet parcours door de bergen waarbij je grotendeels een staalkabel volgt die bedoeld is als beveiliging tegen vallen. Ook kun je de kabel gebruiken om jezelf vast te houden of jezelf omhoog te hijsen. De Via Ferrata is ontstaan in de Dolomieten toen gidsen hier een weg van kabels en bruggen aanlegden om hun klanten op een veilige manier door de bergen te begeleiden.

Het is een zonnige ochtend in Zuid-Tirol wanneer gids Joe ons ophaalt voor een tocht door de bergen. Bepakt en bezakt stappen we de bus in, allemaal voorzien van een helm, klimgordel en klettersteigset. Alhoewel het dorp Sento hemelsbreed vlak bij de Drei Zinnen ligt, onze bestemming voor vandaag, moeten we toch een goed uur rijden want vanuit het hotel is dit gebied slechts te voet bereikbaar. De mooiste landschappen trekken aan ons voorbij en langzaam maar zeker maken we flink hoogte. Na een serie haarspeldbochten waar geen einde aan lijkt te komen (lang leve de Primatour!) stoppen we bij de knus aandoende Auronzo Hütte, gelegen op 2.320 meter hoogte.

Vanaf hier gaan we met flinke pas het wandelpad op, richting de Drei Zinnen. De Auronzo Hütte bevindt zich als het ware aan de achterkant van deze beroemde rotsformatie, deze is daarom nog niet als zodoende herkenbaar. Het pad is breed en stijgt langzaam, het liefst wil ik elke paar meter een foto maken. Gids Joe maant ons echter door te lopen, als we overal stoppen voor een plaatje staan we niet op tijd aan de top…

Dolomite-view
Panorama view vanaf het wandelpad
Drei-Zinnen-back
Der Drei Zinnen van de achterkant

Waar je normaal gesproken flink in de benen moet om boven de boomgrens te komen, lopen we hier zonder al te veel moeite tussen de rotsige pieken van de Dolomieten. Overal om ons heen zijn bergen in de meest dramatische vormen. Na een korte plas- en drinkpauze mogen we onze gear aantrekken. Helm op, klettersteigset aan en off we are.

In dit deel van de Dolomieten is veel gevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog. De berg die we gaan beklimmen, de 2.744 meter hoge Paternkofel, was destijds een belangrijke doorvoerplek. Dit blijkt onder andere uit de vele gangen die door de berg lopen. Voor de meesten in de groep is het onze eerste klettersteig en enigszins nerveus beginnen we aan de tocht. Eerst door een stelsel van gangen en al snel ingezekerd over een richel die weinig ruimte laat voor hoogtevrees.

Klettersteig-1
Schuifelen over de eerst richel
Drei-Zinnen-View
Ferrata met uitzicht

Vanuit de gangen hebben we een bijzonder fraai uitzicht over de Drei Zinnen. Eenmaal aan de andere kant van de berg aangekomen gaat het serieuze werk beginnen. Na een wankel houten bruggetje en wat ijsvelden te zijn overgestoken, zal een laatste klim ons naar de top van de Paternkofel brengen. De klim gaat her en der loodrecht omhoog. Af en toe is het zoeken waar ik mijn voeten kwijt kan (het nadeel van korte benen) maar gelukkig mag ik op de schouders van een reisgenoot staan, die mij net dat laatste stukje hoogte geeft om me uit de bergspleet omhoog te duwen. Nog zo’n 100 meter over een grindpad en we zijn er. Bergheil! We hebben de top gehaald.

Drei-Zinnen-through-the-wall
Uitzicht op de Drei Zinnen vanuit de gangen
climbing
De weg naar de top is steil
Paternkofel-top
Op de top van de Paternkofel (2.744 m.)
Drei-Zinnen-front
Uitzicht op de Drei Zinnen

We mogen slechts kort op de top blijven, het is nog een flinke weg terug en het gezegde in de bergen gaat dat indien je voor 12.00 uur ’s middags de top niet hebt gehaald, je beter kunt afdalen. Afdalen is immers zeker zo inspannend en gevaarlijk als de beklimming,  de meeste ongelukken in de bergen gebeuren dan ook tijdens de weg naar beneden.

We laten ons door diverse spleten zakken en komen uiteindelijk aan bij de route die ons naar beneden moet leiden: over een bijna loodrecht ijsveld, waar een deel van de staalkabel nog ingesneeuwd is. Ik mag voorop en heb de pech dat ik steeds de eerste stap doe, na mij komt onze gids die voor de rest van de groep treden in het ijs maakt met zijn schoenen. We glijden (letterlijk) naar beneden en er lijkt geen einde aan te komen. Ik probeer niet de afgrond in te kijken want één verkeerde stap kan einde oefening zijn. Na een dik duur glibberen verlaten we het ijs, vanaf hier dalen we nog enkele wanden af en komen we uiteindelijk weer bij het gangenstelsel uit, maar niet voordat ik een flink rotsblok op mijn schouder kreeg van bovenaf. Gevaar loert vanuit onverwachte hoeken.

way-down-2

way-down
Naar beneden glijden over het ijs

Moe maar voldaan komen we bij onze lunchplek uit: de Drei Zinnen Hütte. De mensen hangen hier met de benen naar buiten en dat blijkt niet voor niks. Als ware helden worden we onthaald en krijgen we een tafeltje toegewezen. Een bord pasta gaat er op dat moment zeker wel in. Dan komt de huttenwaard ons gezelschap houden. Hij vindt dat we als toetje in ieder geval een stuk van zijn huisgemaakte Apfelstrudel moeten proberen. En hebben we wel eens Kaiserschmarren gehad? Ik wel,  maar de rest van de groep nog niet, en zo zitten we even later aan de “kapotte pannekoeken met suiker en jam”. We mogen niet vertrekken voordat we een Limoncello achterover geslagen hebben en uiteindelijk loopt het al richting vieren eer we de hut verlaten.

Dreizinnenhutte
Dé plek voor een goede lunch

Met stevige pas lopen we in een goed uurtje terug naar de bus, door een flink pak ijs. Op de terugweg  naar Sesto wordt weinig gepraat. Iedereen is moe, voldaan en zit vol met adrenaline. Het was mijn eerste ervaring met klettersteigen en alhoewel deze als makkelijk geclassificeerd staat, had ik er mijn handen vol aan. Wát een bijzondere ervaring!

snowbound

waymarker-dolomites
De Paternkofel kan vanaf twee kanten beklommen worden. Wij zijn over de zuidelijke Schartenweg naar boven gegaan en via de Rampe naar beneden gegaan. Al met al heeft onze tocht aan de kabel zo’n 4 uur geduurd. Tel daarbij nog een goede twee uur wandelen naar/van de klettersteig bij op, plus natuurlijk de pauzes die je neemt. De tocht wordt omschreven als eenvoudig/middelmatig en is zeker geschikt voor beginners. Een klettersteigset is noodzakelijk en zoals men in de Alpen zegt, moet je in het bezit zijn van een flinke portie “Trittsicherheit und Schwindelfreiheit”. Maak de tocht alleen met goed weer en bedenk je dat er nog tot ver in de zomer sneeuw kan liggen. Je kunt natuurlijk ook een gids huren, onze gids was van Alpinschule Drei Zinnen.

Klik hier voor een PDF van de route die we gemaakt hebben (gebruikt van Bergsteigen.com). Geen zin om te klimmen maar wel graag de Drei Zinnen bewonderen? Kies dan voor een wandeling rondom de pieken, deze duurt zo’n 4.5 uur en is ook voor minder getrainde wandelaars geschikt. Kijk op de Nederlandse website van Zuid-Tirol voor meer informatie.

Meer lezen over onze avonturen? De volgende artikelen vind je ook vast leuk:
Bestemming Bereikbaar: een dagje klimmen in Ibbenbüren
Zugspitz Arena: hiking to the Coburger Hütte
Tramping New Zealand: the Routeburn Track

Heb je deze blog met plezier gelezen? Wees dan zo aardig hem te delen!

8 Comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *