
Een winters avontuur in Dalarna, Zweden
‘Plof … plof … plof … ik hoor de eland met zijn enorme hoeven in de sneeuw naast mijn hoofd wegzakken. Zou ie weten dat wij hier liggen te kamperen? Ik probeer mijn ogen opnieuw te sluiten en verder te slapen.’
In Tales from the Trail vertel ik jullie over bijzondere avonturen die ik meemaak op de wandelingen die ik maak. Deze keer gaat het verhaal over een winters kampeeravontuur in het Zweedse Dalarna, waar we met Oud & Nieuw gingen wildkamperen in de sneeuw. Veel leesplezier!
Table of Contents | Inhoudsopgave
Hoe een ijskoud plan ontstaat
Het is ergens in november als we besluiten dat we geen zin hebben om dit jaar met de feestdagen thuis te blijven. David is aan het zoeken naar een betaalbaar vakantiehuisje in Zweden en na een aantal uur heeft ie beet. Voor nog geen 500 euro mogen we een kleine twee weken een huisje op Tingsjö Vildmark in Dalarna huren. Het is het kleinste huisje dat er is (tegenwoordig heet dat in hippe benamingen een tiny house) maar dat mag de pret niet drukken. We gaan met de feestdagen in de winter naar Zweden! Een week voor vertrek opper ik ineens ‘waarom gooien we de kampeerspullen niet in de auto, wie weet wat kunnen we een keer gaan winterkamperen.’ En zo gezegd, zo gedaan.
Wildkamperen met Oud & Nieuw
Vanwege het Allemansrecht mag je bijna overal wildkamperen in Zweden. Aan de Nederlandse eigenaren van Tingsjö Vildmark vragen we of ze tips hebben voor ons. Het liefst willen we met Oud & Nieuw op een berg staan, ver weg van de rest van de wereld, maar wel met een mooi uitzicht. Marry informeert ons over een wandeling op ongeveer een uurtje rijden van waar we overnachten en geeft ons wandelkaarten mee ter oriëntatie. ‘s Avonds smeden we bij de kachel een plan. Er ligt nauwelijks sneeuw en dus moet het geen probleem zijn om het begin van de wandeling te bereiken met de auto.
Jammer voor ons valt er tussen Kerst en Oud & Nieuw een enorm pak sneeuw en is Tyngsjö Vildmark vanwege de ijzige wegen van de buitenwereld afgesloten. ‘Maak alleen noodzakelijke uitstapjes met de auto’ wordt ons op het hart gedrukt. René, de man van Marry, adviseert ons zeker niet met de auto naar de geplande wandelroute te rijden. De weg is steil en de kans is groot dat we vast komen te staan. We moeten iets anders verzinnen.
Het alternatieve plan
Hij tipt ons dat er achter het resort een heuvel ligt die we op kunnen. We moeten dan eerst om het Grundrämmen meer heenlopen en vanaf daar een onduidelijk pad loodrecht omhoog volgen. In de zomer is het pad gemarkeerd, in de winter ben je op je eigen vindingrijkheid aangewezen. David besluit vast op onderzoek uit te gaan. Hij laadt zijn Osprey rugzak vol met brandhout en gaat op pad. Een dikke twee uur later stuurt ie een whatsapp bericht dat ie op de berg staat en een aantal potentiële kampeerplekken voor de dag erna gevonden heeft. Het brandhout laat hij achter en hij daalt weer af, terug naar ons huisje.
De rugzak op en gáán
De volgende dag is het tijd om de rugzakken in te pakken en op te binden. Behalve onze winterslaapzakken en matjes gaat er niet veel meer mee dan voedsel, een fles rode wijn en extra warme kleding. De sneeuwlaag die er lag is inmiddels aan gaan vriezen en zo glibberen we de weg over. Eerst een stukje rechtuit, dan langs het bevroren meer. Het zonnetje schijn en alhoewel het pas halverwege de dag is, staat ie al laag en wordt het over niet al te lange tijd alweer donker.
De klim naar onze kampeerplek
Na een kleine anderhalf uur glibberen over ijzige paden beginnen we aan de klim. Volgens David stond hier gisteren een enorme lading aan smeltwater dat van de berg af stroomt, dus natte voeten zijn niet te voorkomen. Langs het pad hangt af en toe een lint aan een boom merk ik, het pad is dus redelijk gemarkeerd. Echter staat er op sommige plekken inderdaad een flinke lading ijskoud water. Eenmaal boven aangekomen is het vooral heel drassig en zompig. Een enkele keer staan we tot onze enkels in het nat, maar gelukkig weten we onze voeten grotendeels droog te houden.
Daar bovenop die berg
De berg heeft geen duidelijke top, die is net als veel andere bergen in Zweden bebost. Bij een open stuk vinden we een wildstoel. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de wijde omgeving en we besluiten hier de tent op te zetten. David zoekt een vlakke plek en ik maak wat te eten voor ons klaar. Zodra de tent staat begint het meteen nog verder af te koelen. De zon is inmiddels onder en voor we het weten is het al nagenoeg donker. Tijd om het kampvuur aan te maken.
Drinkwater smelten
We smelten sneeuw om drinkwater van te maken en openen een fles rode wijn. We proosten op het goede leven, terwijl we onze voeten warmen aan het kampvuur. Nadat we ons avondeten op hebben en de wijn op is, besluiten we de tent in te kruipen. Het brandhout is inmiddels vergaan tot een smeulende bende en we zijn door en door koud aan het worden. Zie het vannacht nog maar eens warm te krijgen …
Happy New Year
Van goed slapen komt het niet echt. We liggen al om 20:00u in de tent, maar de wind giert en warm krijgen we het niet. We staan op een laag sneeuw en de kou dringt door de matjes en de slaapzakken heen. Dan moet ik plassen. Niet één keer, maar drie keer binnen twee uur. Met de bips in de sneeuw krijg ik het ook bepaald niet warm, maar ophouden is natuurlijk ook geen optie.
Ondanks dat we voor ons gevoel ver van de bewoonde wereld zijn, worden we om klokslag 0:00 uur gewekt door het vuurwerk uit de omgeving. We wensen elkaar een gelukkig nieuwjaar, geven elkaar een kus en een knuffel en proberen weer verder te slapen. Zin om opnieuw de tent uit te gaan en het vuurwerk te bekijken hebben we geen van beide.
Plof … plof … plof …
David heeft me één ding laten beloven: ik mag hem ‘s nachts niet in paniek wakker maken als ik een dier naast de tent hoor. Gezien onze vorige ervaring eerder dat jaar met de beer in Vålådalen ben ik me nog bewuster geworden van het wild dat hier in Zweden leeft en Marry maakte als grapje nog de opmerking ‘het zou me met de warme periode die we achter de rug hebben niks verbazen als de beren nog niet in hun winterslaap zijn’ …
Ik lig in een soort van halfslaap als ik wat hoor naast de tent. Een plof. En nog een plof. En nog eentje. Eerder die avond hebben we dit geluid al verderop gehoord en het is, naar we vermoeden, een eland die zijn enorme hoeven in de sneeuw zet. Nu klinkt het geluid echter pal naast de tent. Mijn hart begint te kloppen en mijn gedachten maken acuut overuren. Zou de eland ons ruiken? Horen? Opmerken? Wat als ie per ongeluk op één van de scheerlijnen gaat staan? Of erger nog: op mijn hoofd?
Ik maan mezelf tot rust en probeer mezelf niet gek te maken. Ik draag me nog maar eens van mijn linkerzij naar mijn rechterzij. Trek mijn muts nog maar eens verder over mijn hoofd. Knijp mn benen nog maar weer harder samen omdat ik (hoe dan?) alwéér moet plassen.
De volgende ochtend
De volgende ochtend zijn we, uiteraard, alweer vroeg wakker. Maar we zijn lui en blijven nog lekker lang liggen. We praten over de eland die we ‘s nachts hebben gehoord en ik ben trots dat ik niet in paniek ben geraakt. Echt warm hebben we het nooit gekregen maar de tent uit willen we nog niet. Uiteindelijk besluiten we het kamp op te breken. We zetten een bak koffie, smelten wat drinkwater en pakken te boel in. De afdaling gaat eens zo snel als de klim. Vanochtend heb ik mijn micro-spikes onder gebonden en dat loopt een stuk comfortabeler over het gladde ijs. Enkele uren later komen we terug bij Tyngsjö Vildmark, een bijzondere ervaring rijker.
Winterkamperen in Zweden
Winterkamperen in Zweden is een bijzondere ervaring die ik elke kampeerliefhebber kan aanraden. Realiseer je echter wel dat het zonder winter-uitrustig echt niet te doen is. Zelfs met mijn winterslaapzak van Mammut kreeg ik het nieteens echt warm. Zorg daarnaast voor voldoende eten en drinken, warme kleding en droge sokken. Laat altijd iemand van je plannen weten én ook wanneer je verwacht weer terug te zijn. Meer over wildkamperen in Zweden lees je in dit artikel.

