C1 cursus van de NKBV – over leermomenten en knopenkunde
Zoals jullie in een van mijn vorige blogs hebben kunnen lezen, heb ik onlangs een C1 cursus van de NKBV gedaan, ter voorbereiding op mijn solo hike in Nieuw-Zeeland van dit najaar. Ik hoopte hier vooral meer te leren over het lopen in ongebaand terrein en hoe zelfverzekerder te worden in de bergen. 3.000 kilometer door Nieuw-Zeeland trekken in mijn eentje is namelijk niet niks en alhoewel ik al veel tochten heb gelopen, is er altijd ruimte voor verbetering. Ik deed de C1 basiscursus sneeuw en ijs Langtalereckhütte – Ramolhaus, bij deze mijn uitgebreide verslag!
Table of Contents | Inhoudsopgave
Inpakken maar!
Ik zit in mijn pension in Sölden en check nogmaals al mijn materiaal. Prusiktouwtjes, karabiners, hoofdlampje, gamaschen. Ik til mijn rugzak op en die is, met alle klimmaterialen, toch wat zwaarder dan ik hoopte. E-reader er maar uit, evenals een extra lange broek. Zo minimaal mogelijk op pad dan maar deze week, want hoe minder ik mee sleep de berg op, hoe beter. De volgende ochtend probeer ik een broodje naar binnen te werken en rijd ik naar Obergurgl, waar ik mijn reisgenoten ontmoet. Ik merk een gezonde spanning voor de komende week. Vanuit thuis krijg ik nog de bemoedigende woorden: “Als je maar onthoud dat je daar bent om te leren, dan is alles een leermoment en dus is het altijd prima.” The mountains are calling!
Dag 1. Wandeling naar Langtalereckhütte
Ik ontmoet mijn reisgenoten en de gidsen bij de bushalte in Obergurgl. Het is een gemixte groep, net iets meer vrouwen dan mannen. We grappen dat bijna iedereen nieuwe schoenen lijkt te hebben, de meeste net als ik van Hanwag. De gidsen zijn er ook en we beginnen al snel met lopen richting Langtalereckhütte, de eerste hut van deze reis. Na een uurtje klimmen is het tijd voor pauze op een terras. De gidsen lijken geen haast te hebben en wie weet wordt dit wel de laatste goede koffie van deze week.
Nog even verder lopen en klimmen en de hut komt in zicht. Hij ligt op een splitsing tussen twee valleien en vanaf het terras is het uitzicht prachtig. We mogen de rugzakken af doen en krijgen pauze. Na een stevige lunch gaan we in de buurt van de hut oefenen met lopen door ongebaand terrein. Vlakbij de hut is een rotsenveld waar we doorheen lopen en klimmen. Het is even wennen op de nieuwe schoenen en eerlijk is eerlijk, wanneer de afgrond ‘maar’ twee meter is, is het toch makkelijker dan straks ‘voor het echt.’
Het belangrijkste dat ik vandaag leer is ‘nose over your toes’ – in mijn vorige blog schreef ik al dat ik afdalen soms spannend vind wanneer het te steil wordt. Vandaag leer ik juist met je neus naar voren te bewegen en nóg dieper door je knieën te buigen wanneer je afdaalt. Later deze week komen er genoeg momenten om dit in de praktijk te brengen.
Dag 2. Naar de Eiskögele
Na een onrustige nacht in de lager (slaapzaal in de berghut) is het tijd voor een eerste beklimming. De gidsen geven aan dat het weer mogelijk gaat omslaan vanmiddag dus op tijd vertrekken. We volgen een route over de flank van de berg, het pad stijgt licht en is nergens echt moeilijk. Als ik achterom kijk, zie ik de wolken het dal binnendrijven. Bijzonder hoe snel dat gaat in de bergen.
Na een eerste felle klim is het tijd voor een uitleg over oriëntatie en kaartlezen. Een kompas gebruiken we niet, maar we leren hoe we alles vanuit de natuur kunnen aflezen. Na een korte stop gaan we weer verder omhoog. Inmiddels lopen we in de dan nog witte wolken. Niet veel later stoppen de gidsen om te overleggen en uiteindelijk wordt besloten om terug te keren naar de hut. Het is nog minstens een uur naar de top en we gaan het sowieso niet droog houden. Omkeren dus.
Afdalen doen we echter niet via het reguliere pad, maar via de steile weg, oftewel gewoon loodrecht naar beneden. Inmiddels komt het met bakken uit de hemel en zie ik alleen nog maar een grote, groene waas van weiden, pollen en af en toe een rotspartij onder me. ‘Nose over the toes’ bedenk ik me, terwijl ik naar beneden glij door de nattigheid. Een dik uur later zijn we terug bij de hut.
In de middag leren we zeven verschillende knopen. Eerlijk is eerlijk, ik ben op dat gebied geen snelle leerling en alhoewel ik ze op dat moment weet, ben ik ze een uur later alweer vergeten. Daarna oefenen we met onszelf omhoog prusiken aan de gevel van de hut én gaan we abseilen.
Dag 3. Op naar de gletsjer
Vandaag staat de eerste dag op het ijs gepland. De avond van tevoren hebben we berekend hoe lang we er ongeveer over gaan doen naar het ijs. We blijken redelijk in de buurt te komen. Zodra we bij het ijs komen, mogen we er even onder (bijzonder!) maar hier de gletsjer op lijkt onmogelijk vanwege de ijsmuur voor ons. Dus om de muur heen dan maar, loodrecht over de puinhelling naar boven.
Even later staan we dan echt bij het ijs. Ik kijk achterom en wederom heeft het dal zich gevuld met een wolkendek. Ook vandaag lijken we het niet droog te gaan houden. De stijgijzers gaan aan evenals de regenkleding. We stappen het ijs op en leren hoe we het beste kunnen lopen op onze stijgijzers. Het is veel eenvoudiger dan je denkt, alleen moet je niet vergeten wat wijder dan normaal te lopen, je wilt namelijk niet met een van de pinnen van je ijzers in je broek blijven haken.
Verder doen we diverse oefeningen en een spleetredding met een team van vijf. Daarna is het tijd om terug te keren. Het valt me op dat de riviertjes die we op de heenweg probleemloos konden oversteken, nu zijn veranderd in (soms kolkende) stromen en dat natte voeten halen geen keuze maar een feit is. Dat kunnen mijn schoenen gelukkig prima aan, maar bovenal leer ik dat het dus inderdaad waar is dat rivieren tijdens en net na regen op zijn gevaarlijkst kunnen zijn. En aangezien ik in Nieuw-Zeeland bijna dagelijks rivierdoorwadingen zal gaan meemaken, is het goed om dit vast eens met eigen ogen gezien te hebben.
In de middag oefen ik letterlijk uren de knopen. Ik kan het niet uitstaan dat het me niet lukt om ze te onthouden. Voor elke knoop een foefje. Net voor het diner denk ik dat ik ze allemaal onder de knie heb. Practise makes perfect toch?
Dag 4. Naar de Gurgler Ferner
Vandaag staat er een lange dag op het programma, we gaan via de gletsjer naar Ramolhaus: ons volgende overnachtingsadres. De gidsen verwachten pas net voor het diner aan de overkant aan te komen en hebben geregeld dat de spullen die we vandaag niet nodig hebben met de kabelbaan alvast naar de overkant van het dal mogen. Fijn, want dat scheelt weer wat kilo’s op de rug.
De klim is steil omhoog over de berg, van steen naar steen en soms met staalkabels. Eenmaal boven wordt het uitzicht steeds mooier. De Gurgler Ferner gletsjer ligt inmiddels onder ons. Over de richel lopen we verder omhoog en de gidsen zoeken naar een geschikte plek om af te dalen naar het ijs. Die vinden ze en bij het naar beneden gaan, ga ik volledig uit mijn comfort zone. ‘Nose over your toes!’ hoor ik meermaals. Ik moet echt even slikken en glijd op mn billen naar beneden, maar soit, ik heb het gehaald.
Het is een stralende dag en dan is het ijs zoveel mooier. We doen diverse oefeningen en wederom spleetreddingen, deze keer met een groepje van drie. En wow, wat een druk komt er op je lijf te staan als er iemand aan jouw lichaamsgewicht in een gletsjerspleet hangt, dat had ik echt niet zo heftig verwacht. Ik vind het superspannend dat iemand afhankelijk is van mijn kennis en heb dan ook moeite om me de knopen goed te herinneren. Ik besluit op dat moment ook dat dit niks voor mij is, om ooit zelfstandig te doen. Chapeau voor degenen die in zo’n situatie het hoofd koel kunnen houden, ik kies in het vervolg denk ik toch maar weer voor begeleide gletsjerwandelingen.
Daarna dalen we af naar de eindmorene. Als ik terug kijk, zie ik pas hoe steil ik ben afgedaald. Wow, dat kunnen mijn stijgijzers dus gewoon aan! Loodrecht boven ons ligt Ramolhaus, de hut voor de komende twee nachten. Vanaf hier is het ruim twee uur klimmen. Het pad is, nadat we de morene verlaten hebben, niet moeilijk, maar wel gewoon steil. Ik merk dat ik al flink wat loopuren in de benen heb die dag en kom als laatste boven. De gidsen zitten lachend op het terras. Ik vraag ‘am I in time for dinner?’ en ze steken hun duim op. Het is pas 16.30 uur. Het uitzicht van de op ruim 3.000 meter gelegen hut is werkelijk fabelachtig. Mag ik hier voor altijd blijven?
Hoogteperikelen
Die avond steekt er een lichte hoofdpijn op. Niks bijzonders, dat heb ik wel vaker wanneer ik op hoogte ben. De volgende ochtend voel ik me echter hondsberoerd. Ik sleep mezelf naar de ontbijtzaal, eet een paar happen van mijn boterham en snel dan naar de toilet om alles er weer uit te gooien. Mijn hoofd bonst en alles wat ik wil is liggen en stilte.
Ik besluit in de hut te blijven want ik heb hoogteziekte en verder stijgen kan gevaarlijk worden. Ik breng de dag in de hut door, slokjes water nippend en paracetamol slikkend. Ik ben in eerste instantie boos en verdrietig en teleurgesteld. Niet eerder ben ik zo ziek geweest van de hoogte en alhoewel ik weet dat hoogteziekte niet te voorspellen en willekeurig is, vind ik het ontzettend jammer. Gelukkig maakt dat gevoel al snel plaats voor dankbaarheid voor wat ik wél heb mogen ervaren en leren. En waarschijnlijk kan ik uit het krijgen van hoogteziekte ook weer een bepaalde les trekken, alhoewel die misschien pas duidelijk wordt wanneer ik me ooit weer in een soortgelijke situatie bevindt, zoals dat werk met leermomenten. Want ohja wacht even, ik ben hier om te leren en dan is alles een leermoment en dus is alles prima!
Terug naar het dal
De laatste anderhalve dag van de C1 cursus moet ik dus aan me voorbij laten gaan. De afdaling terug naar Obergurgl is zo’n 1.200 meter in hoogte en dat lijkt me meer dan voldoende inspanning in mijn staat. Gelukkig kan ik het avondeten en de daaropvolgende lunch goed binnen houden. De gidsen nemen afscheid van de groep bij de hut en gaan naar beneden. Vanaf hier is het everyone on their own. Ik pak mijn spullen en begin langzaam maar zeker aan de afdaling. Voetje voor voetje, maar ik kom er wel. Ik kijk nog regelmatig achterom naar de prachtige gletsjer. Ruim drie uur later ben ik beneden, een bijzondere ervaring is ten einde gekomen.
Instagram vragen
Tijdens dit avontuur was ik live op Instagram te volgen. Aan het einde deed ik een oproep met de vragen die jullie nog hadden, bij deze de antwoorden:
– Zijn de gidsen Nederlands? Of is de cursus in het Engels?
De deelnemers van de cursus zijn Nederlands, de gidsen Duitstalig. De voertaal op de reis is dan ook Duits. Sommige gidsen kunnen Engels. Die van ons ook, maar zeer beperkt. Het is dus wel handig als je wat woordjes Duits kunt.
– Voel je hoogteziekte aankomen?
Nee ik voelde het niet aankomen. Symptomen kunnen al vanaf 2.500 meter optreden. Zelf merk ik vaak al vanaf 2.000 meter dat ik kortademiger word bij fysieke inspanning. Ik heb eerder alleen hoofdpijn gehad, maar dus nu ook gebraakt. Dit was voor mij een eerste keer. Er is geen manier om hoogteziekte te voorkomen. Ik herinnerde me weer die keer dat ik in Kathmandu, voorafgaand aan mijn trektocht naar Everest Base Camp, een marathonloper sprak die het niet gehaald is omdat hij hoogteziekte kreeg. Fitheid zegt dus ook niks helaas.
– Hoe gaat het me je?
Haha al beantwoord in de DM’s maar … het gaat goed!
– Voor wie is de C1 cursus van de NKBV nuttig?
Voor iedereen die zelfstandig en veilig de bergen in wil kunnen trekken, al dan niet inclusief gletsjers. Voor mij was de voornaamste reden om mee te gaan dat ik beter wilde leren afdalen en algemene kennis wilde opdoen over de bergen en veiligheid. Het meer leren over sneeuw en ijs was een leuke bijkomstigheid. Bij mij in de groep waren de reacties gemixt. Sommige deelnemers zijn direct hierna zelfstandig op pad gegaan (inclusief gletsjers), anderen besloten net als ik het hierbij te laten qua ijs. Ik denk dat er voor elke (beginnende) bergsporter wat te leren valt op deze cursus!
Conclusie en disclaimer
Hopelijk heb ik jullie hiermee enthousiast gemaakt over een C1 cursus van de NKBV. Ik heb in zes dagen tijd ontzettend veel geleerd en wil bij deze ook mijn reisgenoten bedanken voor hun geduld als ik als laatste aan kwam en tijdens het maken van de foto’s voor dit artikel. Het complete cursus aanbod vind je op de pagina van Bergsport Reizen.
Ik werd op deze reis uitgenodigd door de NKBV ter voorbereiding op mijn solo tochten. Alle gegeven meningen zijn uiteraard slechts die van mijzelf.